INTERVIEW

Milieu- en transporteconoom prof. Stef Proost: de weg kan men niet veranderen, het moment waarop men vertrekt wel

Op basis van 25 jaar academisch onderzoek in transport- en milieueconomie buigt Professor Stef Proost zich in ‘slimmer onderweg’ over één van de prangende thema’s in onze samenleving: mobiliteit. En hij heeft er een boek over geschreven. Redenen genoeg voor een gesprek over files, rekeningrijden, openbaar vervoer en de weg naar een meer mobiele toekomst.


U HEEFT IN DE LOOP VAN UW CARRIÈRE HEEL WAT GEPUBLICEERD IN HET ACADEMISCHE CIRCUIT. WAT MOTIVEERDE U NU OM EEN MEER POPULARISEREND BOEK OVER UW ONDERZOEK TE SCHRIJVEN?


Ik ben vorig jaar 65 geworden en naar aanleiding daarvan werd een workshop rond transport georganiseerd. Veel mensen vroegen me toen: “Wat heb je in je lange carrière gedaan?” Ik heb dan geprobeerd alles op te schrijven, er een lijn in te trekken: Wat zijn de grote aandachtspunten waar we rond gewerkt hebben? Die zijn terug te vinden in academische papers die slechts door enkelen gelezen en verstaan worden (lacht). Maar er zijn bepaalde boodschappen die je maar blijft vertellen en die er nooit doorkomen. Wel, ik denk dan dat het aan mij ligt, dat het niet goed uitgelegd is. Reeds in 1998 heb ik een boekje geschreven met collega De Borger, “De Juiste Prijs”, en dat ging specifiek over rekeningrijden. Spijtig genoeg vond het weinig gehoor. Het was misschien te ver vooruit. Het ging immers niet alleen over het optrekken van prijzen voor autoverkeer in de spits, maar ook voor openbaar vervoer. Internationaal is het wel verder gegaan. Er volgden veel middelen voor Europees onderzoek. In België was er geen belangstelling. Politiek was het niet populair.


WE ZIJN NU 20 JAAR LATER. IS ER INTUSSEN NIET VEEL VERANDERD?


Ondertussen zijn de inzichten inderdaad bijgestuurd. Vroeger was rekeningrijden vooral ervoor zorgen dat mensen die tijdens de spits ergens moesten zijn daar nog konden geraken door meer mensen in het openbaar vervoer te zetten. We hebben echter veel bijgeleerd van bepaalde implementaties zoals in Londen en in Stockholm. Vooral belangrijk is de juiste timing van de vertrektijd. Je kan op tijd, te vroeg of te laat aankomen. Degene die precies op tijd wil komen zal het langst in de file staan. Het huidige idee is om de verloren tijd van al die mensen terug te winnen.


WAT ZIET U ALS REMEDIES VOOR DE FILES. EN WAT WERKT NIET?


Het aanzwengelen van extra wagenruimte, een extra rijstrook, neemt de file niet weg. Men zou er best voor zorgen dat de vertrektijden in lijn zijn met de capaciteit van de weg, wat perfect kan. De tijd die men stilstaat kan men net zo goed thuis een tas koffie drinken. Dit scenario kan men bekomen door een slimme tol op te leggen. Degene die eerst vertrekt betaalt niets en degene die laatst vertrekt betaalt niets. Degene die juist op tijd wil toekomen betaalt de hoogste tol. Zo worden vertrektijden geoptimaliseerd. Dat is het systeem. De weg kan men niet veranderen, het moment waarop men vertrekt wel. Men betaalt tol in plaats van tijd te verliezen. Van die tol kunnen dan nuttige maatschappelijke dingen betaald worden, bv. de belasting op arbeid verminderen om de arbeidsmarkt beter te laten functioneren, waarbij men ook een hogere toelage kan toe kennen voor minder begoeden.


MOET ER DAN NIET GEÏNVESTEERD WORDEN IN INFRASTRUCTUUR, FIETSINFRASTRUCTUUR BV.?


Ja, dat is ook een optie. Dat kan zeker verantwoord zijn wanneer er geen fietsinfrastructuur is of wanneer deze onvoldoende veilig is. Maar het extra geld uit de tolheffingen moet bijvoorbeeld niet per definitie naar openbaar vervoer gaan.


HET LIJKT NOCHTANS EEN VOOR DE HANDLIGGENDE OPLOSSING OM REKENINGRIJDEN TE COMBINEREN MET GOEDKOPER OPENBAAR VERVOER OM ZO MEER AUTO’S UIT HET VERKEER TE HALEN. MAAR U ZIET DAT NIET ZO?


We moeten eerst eens goed nadenken wat we met het openbaar vervoer (OV) moeten doen. We hebben dankzij lage OV-prijzen veel meer mensen in het OV gekregen. Maar van de tien mensen die meer met de bus of de trein rijden zijn er maar drie die de auto laten staan. Bus en trein zijn al heel goedkoop gemaakt en je betaalt niet in functie van wanneer je vertrekt. Er is dus geen piek/dal-differentiatie. Verder zijn er allerlei abonnementen voor 65-plussers, studenten, kinderen, …Eigenlijk is openbaar vervoer te goedkoop aangezien bussen met een hoge frequentie in de spits laten rijden veel geld kost. Tijdens de spits zouden we dan ook meer geld moeten aanrekenen voor bus en trein zoals men al in veel andere landen doet, zelfs zonder dat er rekeningrijden voor auto’s bestaat.


MEER EN MEER BURGERS ENGAGEREN ZICH ROND MAATSCHAPPELIJKE THEMA’S ZOALS MOBILITEIT. WAT IS HET BELANG VAN BURGERPARTICIPATIE VOOR ONZE MOBILITEIT?


Op kleinere schaal is dit wel belangrijk en dat verklaart voor een deel ook het succes van politieke partijen zoals Groen. Ik ben zelf een klein beetje actief in de burgerparticipatie. Ik hou me bezig met de verkeerssituatie in Kessel-Lo. Dat gaat dan over parkeerplaatsen en een circulatieplan. Maar voor grotere dossiers zoals de Ring van Antwerpen is burgerparticipatie eigenlijk het Vlaams Parlement.


OOK ONZE EIGEN INSTELLING, DE KU LEUVEN, ONDERSCHRIJFT DUURZAME MOBILITEIT EN MOEDIGT VIA EEN CHARTER HET PERSONEEL AAN VLIEGREIZEN BINNEN EUROPA TE BEPERKEN OF DE CO2-UITSTOOT TE COMPENSEREN. VINDT U DIT ZINVOL?


Met de trein reizen, en dat is dan meestal een elektrische trein, betekent een nul-uitstoot van broeikasgassen omdat er een plafond is voor de totale uitstoot van broeikasgassen voor alle elektriciteitsproductie en alle industrieën. Een vliegtuig daarentegen heeft heel wat uitstoot en er is slechts een heel kleine belasting op CO2 (€25 per ton CO2-uitstoot voor de intra-EU-vluchten en niets voor de niet-EU-vluchten). Dit resulteert in ongelooflijk veel uitstoot waarvoor niet wordt betaald. Ik ga dus akkoord met de voorstellen van de KU Leuven maar een bij komende tip is ook te kijken naar de dieselwagens. Aan de KU Leuven zijn er bovendien ook leasingwagens wat mee bijdraagt tot de files en luchtverontreiniging omdat het meestal dieselwagens zijn. Verdere stappen van de KU Leuven zouden kunnen zijn het parkeren te laten betalen of personeelsleden meer loon uit te keren als ze hun parkeerplaats inleveren. Het probleem hierbij is dat de lonen wettelijk vastliggen in barema’s. Dat kan dus niet zomaar. Maar het is wel iets waar we over moeten nadenken.


HOE ZOU U ZELF GRAAG HEBBEN DAT MOBILITEIT EVOLUEERT VOOR UW KLEINKINDEREN? WAAR MOETEN WE OP INZETTEN?


Een betere beprijzing zowel voor het openbaar vervoer als voor het wegvervoer. Slimmer zijn in je voertuigkeuze. Meer inzetten op benzinewagens, minder op dieselwagens en voorlopig ook minder inzetten op elektrische voertuigen die fiscaal meer aftrekbaar zijn en dus een hoge kost meebrengen die gedragen moet worden door heel de gemeenschap. Het is vooral belangrijk dat we de bestaande infrastructuur goed gebruiken en twee keer nadenken vooraleer we er nieuwe bijbouwen.

Veerle Van Rompaey

Hilde Roos